Een gesprek met José van Beers
José van Beers is vrijwel vanaf het begin als vrijwilligster actief in het hospice. Zij is 68 jaar, getrouwd met Hans, samen hebben ze vijf kinderen en drie kleinkinderen. Bijzonder is dat José woonachtig is in Veldhoven, nabij Eindhoven, maar ze verblijft samen met haar man een aanzienlijk deel van het jaar op Texel in hun chalet op vakantiepark Dennenlust, in de zomer gemiddeld twee weken per maand, in de winter wisselt het wat meer. Vrienden vragen wel eens waarom ze niet volledig op Texel komen wonen, maar dat zit er niet in. Hun kinderen en kleinkinderen hebben hun ouders respectievelijk grootouders ook nodig.
Ik vraag haar hoe ze op Texel terecht zijn gekomen. José is op twaalfjarige leeftijd al eens met haar ouders op Texel geweest en dat was als een fijne herinnering blijven hangen. Op een gegeven moment kreeg Hans een bon voor een paar dagen vakantie in hotel Opduin. Dat beviel zo goed dat ze steeds vaker naar Texel kwamen, waarbij ze vooral verbleven in huisjes op de Sluftervallei. Ze fietsten veel en kwamen zo langs vakantiepark Dennenlust, een mooi en rustig park. Echt iets voor ons, dachten ze. Zes jaar geleden besloten ze ervoor te gaan. Ze konden op Dennenlust een mooie plek krijgen. Jan Keijser werd benaderd om een nieuw chalet neer te zetten.
José vertelt dat ze tien jaar geleden plotseling erg ziek werd. Ze moest met spoed geopereerd worden en herstel ging geruime tijd duren. Dit betekende ook dat ze abrupt moest stoppen met haar werk als verpleegkundige nierdialyse in het ziekenhuis. Vooral dit abrupte karakter viel niet goed. Ze had het gevoel nooit goed afscheid genomen te hebben van haar werkzame leven. Al tijdens haar ziekte had ze gedacht: als ik hier goed doorheen kom, wil ik iets voor anderen doen. En op Texel bood zich de gelegenheid aan. Via Jan Keijser kwam ze in contact met zijn vrouw Karen, die haar wees op het toen net begonnen hospice. Dat was precies wat ze zocht. Een hospice was haar al vertrouwd, omdat haar moeder ook in een hospice opgenomen was geweest. En het vrijwilligerswerk in het hospice sloot goed aan bij haar ervaringen in het ziekenhuis. Tegelijk had José het gevoel dat het werken in het hospice haar de kans bood om een betere afronding te geven aan haar werkzame leven. Vanaf 2016 draait ze, als ze op Texel zijn, gemiddeld een à twee diensten per week. Ze geeft hierbij aan dat Texel haar veel gegeven heeft en dat ze op deze manier ook wat terug kan doen.
Het werk in het hospice beleeft José als heel fijn werk. Ze is dankbaar dat ze dit nog mag doen. Ze heeft ook het gevoel dat ze in het hospice in een warm nest is geland. Ze heeft er veel lieve collega’s ontmoet die allemaal hun eigen inbreng hebben. Sommige vrijwilligers zijn zelfs vriendinnen geworden. Ze beleeft het werk in het hospice als een voorrecht om in de meest kwetsbare periode er te mogen zijn voor een ander. Het hospice is een deel van mijn leven geworden, zegt ze, dat ik absoluut niet had willen missen. José hoopt nog lang het werk te kunnen voortzetten.
Kees Dekkers